De Zeloten waren een Joodse beweging die zich tegen de Romeinse overheersing verzette [1]. De term “Zeloot” is afkomstig van het Griekse “zelotes”, wat “ijveraar” betekent.
Hoewel ze door Flavius Josephus als de vierde Joodse stroming naast de Farizeeën, Sadduceeën en Essenen worden genoemd, waren ze geen georganiseerde groep. “Zeloten” is eerder een overkoepelende term voor verschillende Joodse groepen die gewapend verzet boden.
Vaak worden de Zeloten meer beschouwd als een politieke stroming binnen het Joodse volk, terwijl de overige stromingen eerder als een religieuze sekte worden gezien. Dit is niet helemaal juist. Ze werden inderdaad gedreven door een sterk verlangen naar het herstel van hun eigen koninkrijk, waar rechtvaardigheid zou heersen voor de onderdrukte en arme bevolking, maar ook door een diep geloof in de God van Israël, geworteld in een bredere beweging die we wel het “messiaans-apocalyptisch” Jodendom noemen.
Messiaans-apocalyptisch Jodendom
In de tijd van de Tweede Tempel werd het Joodse volk geconfronteerd met politieke onderdrukking onder het bewind van buitenlandse machten, zoals de Seleuciden en later de Romeinen. Deze situatie zorgde voor diepe religieuze en nationale spanningen, waarbij veel mensen verlangden naar de komst van een messiaanse bevrijder die hen zou verlossen van hun onderdrukkers.
Veel Joden geloofden in de komst van een Messias die als koning zou regeren en het Joodse volk zou bevrijden. Deze Messias werd vaak geassocieerd met profetieën uit de Hebreeuwse Bijbel, vooral die welke verwezen naar de rol van David als koning. De komst van de Messias werd gezien als een teken van Gods ingrijpen in de geschiedenis en het herstel van Israël als een zelfstandige natie.
In De Qumran-gemeenschap en de Dode Zeerollen schreef ik al dat deze messiaanse verwachtingen gekoppeld werden aan apocalyptische voorstellingen over het einde der tijden, zoals oorlogen, natuurrampen en het oordeel van God over de wereld. De komst van de Messias werd gezien als een keerpunt in deze apocalyptische gebeurtenissen, waarbij hij een rol speelde in het goddelijke plan voor het einde der tijden.
In de Qumran-gemeenschap zien we dit Messiaans-apocalyptisch denken overduidelijk maar, zoals al aangehaald, was dit waarschijnlijk de overheersende ideologie voor een groot deel van de bevolking buiten Jeruzalem.
In opstand tegen de Romeinse overheersing
Josephus beschrijft de Zeloten voornamelijk in het kader van de Joodse opstand tegen de Romeinen, vooral tijdens de Joods-Romeinse oorlog van 66-73 na Christus. Ze waren fervente voorstanders van Joodse onafhankelijkheid en stonden bekend om hun gewapend verzet tegen de Romeinse heerschappij.
Onder Romeinse heerschappij hadden de Joden de controle over hun land verloren, met de Romeinen die de tempel beheerden en priesters aanstelden die hen gunstig gezind waren. Herodes de Grote verslechterde deze situatie nog verder door de Joodse Hoge Raad uit te roeien en tempelpriesters te vervangen door zijn eigen aanhangers, bekend als “Herodianen”. Deze rijke elite steunde Herodes voor eigen gewin, waardoor ze nog corrupter werden en de afkeuring van het volk versterkten.
Omdat Josephus de term “Zeloten” vooral verbindt met de Joodse Opstand van 66 nC bestaat het idee dat de Zeloten in die periode opkwamen. Maar de ideeën van nationale onafhankelijkheid en verzet tegen buitenlandse machten veel ouder, geworteld in de politiek-religieuze geschiedenis van Israël.
Philo van Alexandrië verwijst naar een groep joodse rebellen die zich verzetten tegen de Romeinse heerschappij, hoewel hij hen niet specifiek “Zeloten” noemt. Ook dit wijst erop dat de beweging al veel ouder is.
Er is een hele serie opstanden tegen de Romeinse overheersing aan te wijzen vanaf de tweede eeuw vC:
- ± 167 vC: De Makkabese opstand tegen de Seleucidische overheersing. Mattathias de Hasmoneeër leidde een opstand tegen de overheersers om de tempel te “reinigen” en het koningschap van Israël te herstellen.
- ± 47 vC: Hizkia de Galileeër roept zichzelf uit tot koning en probeert Jeruzalem en de tempel te bevrijden van de Romeinen. Hij wordt echter gevangen genomen en geëxecuteerd door Herodes.
- ± 4 vC: Opstanden na de dood van Herodes tijdens Pesach en het Wekenfeest:
- Judas, zoon van Ezekias, uit Sepphoris in Galilea leidde een opstand plaats kort na de dood van Herodes de Grote. Judas verzamelde een groep volgelingen en pleegde een aanval op het koninklijk arsenaal in Sepphoris, waarbij hij wapens en andere middelen buitmaakte. Zijn opstand werd neergeslagen door de Romeinse autoriteiten, waarbij Judas gedood werd en zijn volgelingen verspreid werden of eveneens gedood.
- Simon van Perea, een vroegere slaaf van Herodes, riep zichzelf uit tot koning, verzamelde grote aanhang in Perea en trok naar Jeruzalem om de tempel in te nemen, maar werd verslagen door de Romeinen, achtervolgd tot in Transjordanië en daar door Gratus onthoofd.
- Athronges de Herder riep zich ook uit tot konink en voerde samen met zijn broers een strijd tegen Romeinse en Herodiaanse troepen. Zijn opstand duurde enige tijd maar werd uiteindelijk ook neergeslagen.
- ± 6 nC: Judas de Galileeër predikte een terugkeer naar het koninkrijk van Israël. Hij kwam in opstand tegen de Romeinen nadat de Romeinse gouverneur Quirinius een belastingheffing oplegde in Judea (basis voor de geboortelegende in Lukas 2). Josephus noemt Judas de Galileeër de eerste leider van de Vierde Filosofie in het Jodendom, een nieuwe stroming die hij onderscheidt van de Farizeeën, Sadduceeën en Essenen. Judas moedigde de Joden aan om geen eer aan de Romeinen te bewijzen en alleen God als koning te erkennen. Judas werd tot koning uitgeroepen maar werd gevangengenomen en geëxecuteerd door de Romeinen.
- ± 44-46 nC: Een messiaanse beweging onder leiding van Theudas riep zijn volgelingen op om de Jordaan over te steken met de belofte dat hij de rivier zou doen splijten, zoals Mozes had gedaan bij de Rode Zee. Theudas en zijn volgelingen werden echter snel verslagen door de Romeinse autoriteiten, en Theudas werd onthoofd.
- ± 46 nC: Jakobus en Simon van Galilea, zonen van Judas de Galileeër, probeerden de Romeinse overheersing omver te werpen, maar werden gevangen genomen en gekruisigd.
- ± 50-54 nC: Een messiaanse leider, bekend als “de Egyptenaar,” verzamelde duizenden volgelingen en probeerde Jeruzalem in te nemen. Deze beweging werd ook gewelddadig neergeslagen door de Romeinse gouverneur Felix.
- ± 66 nC: Menahem bestormde de tempel, riep zichzelf uit tot Messias en koning, maar werd later gemarteld en gedood.
- ± 66 nC: Tijdens de Joodse Oorlog namen de Zeloten de tempel in, zuiverden de priesterelite en stelden hun eigen hogepriester Phanni (Jonathan ben Ananias) aan, iemand uit een boerenfamilie. Hij werd net als vele Zeloten gedood tijdens de belegering en verwoesting van Jeruzalem in 70 nC.
- ± 70 nC: Simon, de zoon van Giora, verklaarde zichzelf tot Messias-koning, doodde priesters van de tempelelite, werd leider in de opstand tegen de Romeinen maar keerde zich ook tegen Phanni. Hij werd gevangen genomen en geëxecuteerd door de Romeinen.
De naam “Zeloot” weerspiegelt hun toewijding aan Joodse onafhankelijkheid, verzet tegen Romeins gezag en trouw aan de Joodse religie. In die context wordt de term ook gebruikt in de Handelingen van de Apostelen, waar Jakobus en de oudsten de Joodse bekeerlingen beschrijven als “ζηλωταὶ” (Zeloten) voor de Wet. Er is dus een duidelijk verband tussen de religieuze en de politieke overtuigingen. Zeloten willen niet alleen hun land en zelfbestuur terug, maar vooral hun tempel en religie, en ze deden dat in de naam van JHWH.
Populair
De beweging van de Zeloten had veel steun bij het gewone Joodse volk. Flavius Josephus schrijft in de “Oudheden”: “Onze jongemannen waren ijverig voor deze beweging” en “de natie werd er in ongelooflijke mate door geïnfecteerd”. Zodanig dat dit in 66 nC uitmondde in de Joodse Opstand.
Zeloten en/of Essenen?
Eisenmann en Wise koppelen de “Zelotische” beweging expliciet aan de groep die de Dode Zeerollen heeft vormgegeven en geschreven:
De laatste voortzetters van de traditie […] maakten vrijwel zeker deel uit van deze brede, anti-vreemdelingen- en uiteindelijk anti-Romeinse beweging. De moderne naam voor deze beweging (Zeloten) wordt ontleend aan het gedrag van de archetypische zoon van Aäron, Pinechas. Door zijn ‘ijverige’ verzet tegen de komst van vreemde vrouwen in het kamp werd Gods toorn afgewend van de gemeenschap en zijn ‘Verbond van Vrede [met inbegrip van het priesterschap] werd voor hem en zijn nakomelingen voor altijd verworven’ (Numeri 25:10-13)
Eisenmann, R., & Wise, M. (1993). De Dode-Zeerollen onthuld. Uitgeverij De Haan.
De Talmoed verwijst naar de Zeloten als Kanna’im (‘die jaloers zijn op’ of ‘ijverig zijn voor’), en beschrijft hen als wraakzuchtige priesters.
Kenmerkend voor Zeloten is dus dat zij bereid waren om geweld te gebruiken om hun doelen te bereiken, maar hun nationalisme en de wil om geweld te gebruiken om het land te bevrijden van de Romeinse overheersing, waren geworteld in het fanatieke “puriteinse” geloof en de messiaanse verwachtingen die we zien bij de Qumran-gemeenschap, bij de Essenen en – als we goed opletten – ook in de evangeliën.
De religieuze wijsheid van de Dode Zeerollen en de strijdlustige aspiraties van de Zeloten lijken voor ons tegenstrijdig, maar gingen indertijd hand-in-hand.
Waarschijnlijk zijn de termen “Essenen” en “Zeloten” dus zijden van dezelfde medaille geweest.
Galilese Zeloten/Essenen
We zagen al dat een aantal opstandelingenleiders afkomstig was uit Galilea. Dit koppelt hen direct aan de beweging die door Philo “Essenen” wordt genoemd. Volgens Philo leefden de Essenen vooral in Galilea, waar Josephus Judea noemt. Galilea was zoals we hierboven zien precies de omgeving waarvandaan opstandelingen als Hizkia (47 vC), Judas (6 nC) en zijn zonen Jakobus en Simon kwamen.
Hegesippus (ca. 150 nC) noemt de “Galileeërs” als een Joodse verzetsbeweging, wat hiermee overeenkomt. Het lijkt erop dat de Galilese “Essenen” een meer extreme groep zijn geweest, verwant met de Sicarii en de Barjonim.
En Galilea was ook de bakermat van Jesjoea en de meeste van zijn belangrijkste volgelingen… (zie verder: Jesjoea als Zelotenleider).
Nog meer aanwijzingen
In zijn werk “Weerlegging van alle ketterijen” (Refutatio omnium haeresium) geeft Hippolytus (170-235 nC) een meer gedetailleerde versie van Josephus’ beschrijving van de Essenen in de Joodse Oorlog, mogelijk zelfs gebaseerd op een eerdere versie daarvan. Daarin worden ‘Zeloten’ en hun extremere tegenhangers, de ‘Sicarii’ (zo genoemd vanwege de dolk in Arabische stijl die ze onder hun mantels verborgen hielden) allen gezien als Essenen die minder bereid waren om compromissen te sluiten. Hij noemt hen “Zeloten-Essenen” of “Sicarii Essenen”; opnieuw een duidelijke aanwijzing voor een rechtstreeks verband tussen de Zeloten en (een deel van) de Essenen.
Verder worden door verschillende christelijke ketterijbestrijders ook de Ebionieten genoemd als de directe opvolgers van de Essenen en beschrijven zij nauwelijks hiervan te onderscheiden groepen met de namen Nazoreeërs, Elchasaieten, Masbuthaeërs, Sampsaeërs en Sabaeërs. Robert Eisenmann stelt:
De Jeruzalemgemeenschap van Jakobus, opgevolgd door de Ebionieten, Essenen, Zeloten en de groep die verantwoordelijk is voor de documenten die in Qumran zijn gevonden, kunnen allemaal worden beschouwd als tegengesteld aan de heersende Herodiaanse overheersing en worden gezien als de verschillende bestanddelen van de Oppositiealliantie.
De Messiaans-apocalyptische profetieduiding die zichtbaar is in de Dode Zeerollen, en breed leefde bij de bevolking buiten Jeruzalem, heeft duidelijk een rol gespeeld in het steeds opnieuw aanwakkeren van opstand. Zo kan de 70 jaar van toorn in Daniël 9:2 zijn gezien als de periode tussen het uitbreken van revolutionaire activiteit in 4 vC en het starten van de nieuwe opstand in 66 nC en de “tijd, tijden en een halve tijd” die uitlopen op “de Eindtijd” in Daniël 12:7 de 3,5 jaar tussen de steniging van Jakobus de Rechtvaardige (de broer van Jezus) en het uitbreken van die opstand.
We zullen zien dat er veel aanwijzingen zijn dat ook Jesjoea de Nazarener / Nazoreeër paste in deze beweging.
Lees verder: Jesjoea als Zelotenleider
[1] Voor deze tekst is onder andere als bron gebruikt:
– Eisenman, R. (1997). James the brother of Jesus: The key to unlocking the secrets of early Christianity and the Dead Sea Scrolls. Penguin Books.
– Windmeijer, J., & Evenboer, T. (2024). Revolutie. Xander Uitgevers B.V.
– https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeloten
Geef een reactie